MS is een ernstige chronische ziekte, veel aandacht van zorgverleners gaat daarom naar de behandeling van de patiënt. Echter, veel patiënten met MS zijn ook ouder in een vaak jong gezin. De ziekte heeft veel invloed op dit ouderschap en daarmee ook op de kinderen in het gezin. Naast het geven van een medische behandeling aan de ouder die MS heeft, is het daarom van belang aandacht te besteden aan hoe ouders en kind de komst van de ziekte in hun leven verwerken.

Onderzoek

De invloed van een chronisch somatische aandoening zoals MS bij de ouder op het kind is onderzocht door Dr. D.S. Sieh, die in 2008 op het onderwerp promoveerde. Volgens Sieh vertonen jongeren met een chronisch somatisch zieke ouder meer internaliserende problemen omdat zij mantelzorgtaken en zorgverantwoordelijkheden op zich nemen. Bovendien voelen zij zich, in vergelijking met jongeren met twee gezonde ouders, vaker geïsoleerd en beperkt in hun activiteiten en halen zij lagere schoolcijfers.

KOPP-richtlijn

De impact van een ouder met MS op de ontwikkeling van kinderen is wetenschappelijk relatief weinig onderzocht. Voor ouders met psychische problemen is dat wel gebeurd. Op basis van deze studies is met financiële steun van het ministerie van Volksgezondheid de richtlijn Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Verslaafde Ouders (KVO) voor jeugdhulp en jeugdbescherming opgesteld door het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), de Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO) en de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW). Het Trimbos-instituut heeft de richtlijn geschreven in opdracht van de betrokken beroepsorganisaties. Meer informatie en de meest actuele versie van de richtlijn, die regelmatig wordt aangepast, is te vinden op de website www.richtlijnenjeugdhulp.nl. Omdat de problematiek van ouders met een chronische ziekte sterke overeenkomsten heeft met KOPP-ouders, biedt de KOPP-richtlijn handvaten voor de hulpverlening aan gezinnen waarvan een van de ouders MS heeft.

Ouderschap

Het opvoedgedrag van KOPP-ouders lijkt het verhoogde risico op problemen bij KOPP-kinderen voor een belangrijk deel te verklaren (Elgar, Mills, McGrath, Waschbusch & Brownridge, 2007; Dix & Meunier, 2009), zo blijkt uit de wetenschappelijke onderbouwing van de KOPP-richtlijn. De problematiek van KOPP-ouders is hierbij vergelijkbaar met ouders met MS, met name omdat het in beide gevallen om ouders gaat die langdurig beperkt worden in hun rol als opvoeder.

Ouders met psychische en/of verslavingsproblematiek zijn minder goed in staat hun kind op te voeden als gevolg van hun symptomen (Earley & Cushway, 2002; Gar, Hudson & Rapee, 2005; Van den Berg, 2006; Van der Zanden, Speetjens, Arntz & Onrust, 2010). Er is vaker sprake van beperkte verzorging (fysieke zorg en emotionele ondersteuning), beperkte autoritatieve controle (structuur en organisatie bieden, ontwikkeling van zelfstandigheid stimuleren) en juist veel autoritaire controle (restrictiviteit en straf opleggen) (Romijn, De Graaf & De Jonger, 2010).

Veel KOPP-ouders geven hun kinderen verantwoordelijkheden die niet bij hun leeftijd passen. Dit kan weer leiden tot parentificatie. De jeugdige neemt dan langdurig de rol van ouder op zich (Beardslee & Podorefski, 1988; Beardslee, 2002; Clarke, Hornbrook et al., 2001; Earley & Cushway, 2002). Bovendien schamen veel KOPP-ouders zich voor hun situatie, voelen ze zich er schuldig over (Van der Ende & Venderink, 2006) en hebben ze het gevoel geen goede ouder te zijn.

Invloed op kinderen

Het komt voor dat KOPP-kinderen angstig zijn vanwege de onvoorspelbare en soms onveilige thuissituatie. Vanwege die onvoorspelbare thuissituatie nemen ze vaak ook geen vriendjes of vriendinnetjes mee naar huis.

Ook gedrags- en aanpassingsproblemen komen voor (Downey & Coyne, 1990; Van Santvoort,2013; Steinhausen, 1995). KOPP-kinderen kunnen zich bijvoorbeeld helemaal wegcijferen of aanpassen aan de wensen en behoeften van anderen. Bovendien kunnen KOPP-kinderen last hebben van psychosomatische klachten als hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen en eetproblemen (Bool, Van der Zanden & Smit, 2007; Kashani, Burk, Horwitz & Reid, 1985), en willen ze soms niet naar school door separatieangst (Bool, Van der Zanden & Smit, 2007).

Tot slot zijn KOPP-kinderen in vergelijking met hun leeftijdsgenoten in het algemeen sociaal minder vaardig. Dat komt doordat zij een goed rolmodel ontberen, maar ook doordat ze vaker onveilig gehecht zijn (Kersten-Alvarez, Hosman, Risken-Walraven, Van Doesum, Smeekens & Hoefnagels, 2012; Larsson, Knutsson-Medin, Sundelin & Trost von Werder, 2000; Luoma, Tamminen et al., 2001; Malekpour, 2007). Jongeren ervaren vaak een extreem verantwoordelijkheidsgevoel en hebben moeite om los te komen van ouders. Ze hebben last van schuld en schaamtegevoelens.

In vergelijking met jeugdigen die opgroeien bij psychisch gezonde ouders, lopen KOPP-kinderen een drie tot dertien keer zo groot risico om zelf ooit een psychische stoornis en/of verslavingsproblematiek te ontwikkelen (Van Santvoort, 2013; Cents, Diamantopoulou et al., 2013; McLaughlin, Gadermann et al., 2012; Van Santvoort, Hosman, Van Doesum & Janssens, 2011; Dean, Stevens, Mortensen, Murray, Walsh & Pedersen, 2010; Bijl, Cuijpers & Smit, 2002; Chassin, Curran, Hussong & Colder, 1996; Downey & Coyne, 1990). Daarnaast doen KOPP-kinderen vijf keer vaker een beroep op de geestelijke gezondheidszorg dan kinderen van ouders zonder psychopathologie (Van Santvoort, Hosman, Van Doesum & Janssens, 2011; Sytema, Gunther, Reelick, Drukker, Pijl & Van ‘t Land, 2006). Gelukkig krijgen niet alle KOPP-kinderen te maken met de in wetenschappelijke studies beschreven gevolgen; een groot deel groeit op zonder problemen.

Begeleiding

Moeder vol Stoplichten biedt begeleiding, coaching en psycho-educatie aan kinderen, adolescenten en ouders. Verder is er een kindergroep ‘Moeder vol Stoplichten’ waar met het Tasje vol stoplichten wordt gewerkt. Het Tasje vol stoplichten bestaat uit het boek ‘Een Moeder vol Stoplichten’, een potlood, drijvend vouwpapier een spreekbeurtposter en de Kiwanis-pop. Voor adolescenten is individuele begeleiding mogelijk. Ouders worden begeleid op basis van gesprekken.

Moeder vol Stoplichten verzorgt alle hulpverlening in samenwerking met 1NP. Begeleiding en psychotherapieën komen afhankelijk van de verzekeraar in aanmerking voor (gedeeltelijke) vergoeding.

Voor aanmelding van cliënten kunt u met ons contact opnemen via info@moedervolstoplichten.nl.

© Copyright - Moeder vol Stoplichten 2018